Wat je moet weten over doorstroomopeningen in woningen

In de verplichte Vlaamse regelgeving rond ventilatie in residentiële gebouwen is er een controle op de werf zelf waar niet alleen de ventilatiedebieten worden opgemeten maar ook de doorstroomopeningen onder de deuren.

Deze zorgen voor een optimale circulatie van de lucht en zijn daarom opgenomen in het ventilatiedossier.

Verbetering van het binnenklimaat en het voorkomen van vochtproblemen.

Bij woningventilatie gaan we verse lucht inblazen (pulsiedebiet) in de droge ruimtes zoals de slaapkamer en de living. In de natte ruimtes gaan we de vochtige en vervuilde lucht afzuigen (extractiedebiet). Hierdoor wordt het vocht en de onaangename geuren verwijderd uit uw goed geïsoleerde en luchtdichte woning. Het is dus uiterst belangrijk dat het volledige ventilatiesysteem optimaal kan werken en het continue doorstromen van de verse lucht naar de vochtige ruimtes draagt daar zeker aan bij.


Het ventilatiedossier is dan weer een onderdeel van het overkoepelende EPB dossier.

De ventilatieregelgeving STS-P 73 schrijft voor dat elk ventilatiesysteem moet voorzien zijn van doorstroomopeningen, zonder deze doorstroomopeningen functioneert het globale ventilatiesysteem niet goed. Het ontwerpdebiet van de in een ruimte geplaatste DO (doorstroomopening) moet voldoen aan de ontwerpeis van 25 m3/h met uitzondering voor deze van de keuken, hier moet er 50 m³/h kunnen doorstromen.

Hoe wordt dit opgemeten en berekend?

De opmeting gebeurt door een gecertificeerde opmeter welke een spie gaat steken onder elke binnendeur van een ventilatie plichtige ruimte.

Als de DO een spleet onder de binnendeur is, dan is de netto DO gelijk aan de hoogte van de spleet gemeten vanaf het afgewerkte vloeroppervlak tot aan de onderzijde van de deur, vermenigvuldigd met de breedte van de deuropening. Men houdt dan rekening met een debiet van 0,36 m³/h per cm² spleet.

Belangrijke aandachtspunten in de regelgeving voor het berekenen van een doorstroomopening.

  • Spleten langs of boven binnendeuren mag men niet beschouwen als een DO waarvan u de capaciteit kan berekenen. Die spleten tellen dus niet mee in de bepaling van de DO.
  • Als de vloerbekleding nog niet is geplaatst, houdt men bij het opmeten (tussen de onderzijde van de deur en de uitgemeten nul-vloerpas) rekening met de dikte van de toekomstige vloerbekleding. Als de vloerbedekking nog niet gekend is, neemt men een dikte van 1 cm.
  • Bij een living of zitplaats in aansluiting met een open keuken vervult de open doorgang de functie van de DO. Om te vermijden dat beide ruimten volledig gescheiden zijn van de rest van de installatie en de goede werking in het gedrang zou kunnen komen, is het aangewezen om ook DO’s te voorzien van de woonruimte naar de gang.
  • De eis op de minimale debieten is per ruimte. Dus het minimale doorstroomdebiet voor bvb een slaapkamer bedraagt 25 m³/h. Dit mag verdeeld worden over meerdere openingen. Let op: als de doorstroomopening een spleet onder de deur is, moet deze spleet wel minimaal 5mm bedragen om te kunnen tellen als doorstroomopening.